woensdag 31 januari 2018

Scenarix




Onlangs kreeg ik een reisje Parijs cadeau. Een bijzonder aardig gebaar van een gepensioneerd architect die striptekenlessen bij mij volgde. Het reisje stond in het teken van een bezoek aan de tentoonstelling over strip-schrijver René Goscinny, of scenarist zoals dat zo mooi heet. Zelf ben ik zowaar ook een echte scenarist bij het tijdschrift Eppo. Al verdien ik al sinds mijn 20ste geld met het tekenen van cartoons en stripverhalen, bij Eppo word ik vooral gezien als schrijver. Gelukkig ben ik bij de StripGlossy auteur. En bij het verpleeghuis waar ik op vrijdag werk receptionist. En als ik striptekenles geef blijkbaar docent.
Maar goed, ik dwaal af.

Schrijvers werden vaak ondergewaardeerd bij de strip. Namen van stripschrijvers werden vaak niet eens genoemd. Goscinny bracht daar verandering in. De tekenaars zijn net als de zangers van een band degene die in de spotlights staan, maar wat is een strip zonder goed verhaal? Rene Goscinny werd wereldberoemd als de bedenker van Asterix en Lucky Luke en niet te vergeten Petit Nicolas.
De man heeft ontzettend veel geschreven. En dat alles is te zien op deze prachtige Expo. Ja, de strip wordt gewaardeerd in Frankrijk, al verdient 53% van de tekenaars momenteel nog minder dan het Franse bestaansminimum. Over de Nederlandse situatie heb ik het maar even niet.


Tekenwerk van Goscinny, de detective Dicky Dicks. Er bestaan 120 pagina's van .
Wat sommige mensen niet weten is dat Goscinny ook strips getekend heeft. Ik vond het heel erg leuk om te zien. Helemaal niet zo slecht als zijn biograaf beweerd. Pas mal, zei Goscinny er zelf over.  Niet slecht, maar anderen kunnen het beter, was de strekking. En bovendien vond hij het schrijven leuker (?). De tentoonstelling hangt dan ook vol met al het werk van die mannen die het beter konden. Originelen van Uderzo zijn te bewonderen, van Morris, Franquin, Sempé en ga zo maar door.

Uiteraard kun je met je neus bovenop het werk van Uderzo gaan staan om het prachtige inktwerk te bewonderen. Zo kun je goed zien dat de neus van Asterix uit 2 penseelstreken bestaat. Eentje van onder, de ander van boven. Inkten is als kalligraferen. 

Eén van de leuke dingen voor mij, was een proefontwerp van het tijdschrift Pilote. (Goscinny richtte het blad met een paar anderen op, en was hoofdredacteur). Dit ontwerp van het later zo beroemd geworden tijdschrift (de strip Asterix debuteerde in dit blad) stond vol met onbekende nooit verder uitgevoerde strips. Daarbij zat een onbekende pagina van Franquin! Ja, mijn favoriete tekenaar (ja, die tekenaars, dat zijn verdomme echte sterren).

De strip gaat over een stripheld op zoek naar een bijbaantje. Receptionist? Nee, assistent voor een professor. Het is tenslotte een strip. Diverse plaatjes waren op het ontwerp geplakt, een strook op de voorzijde van het blad, een vervolg op de laatste pagina. Uit alle losse en dubbele plaatjes heb ik de strip kunnen reconstrueren. Die hieronder te bekijken is. Later kwam ik erachter dat de strip onder de naam Mimile al in een ander nooit van de grond gekomen blad had gestaan.

Voor wie de Franse taal niet machtig is, een uit de losse pols vertaling; Francinou is door zijn laatste geld heen (er staat letterlijk, ik ben op klompen naar de stad gekomen, nu loop ik op pantoffels). Hij heeft dus dringend een baantje nodig. Plaatje 2. Zijn oog valt op een advertentie waar een jongeman gevraagd wordt om in dienst te treden bij de uitvinder Mr Pabeau (een woordspeling van Goscinny, het betekent "niet mooi"). De uitvinder zoekt een multifunctioneel persoon; een  monteur/lijfwacht/secretaris. Plaatje 3. Francinou komt bij het adres. Ik hoop dat ik zaken kan doen met die Monsieur Pabeau. Plaatje 4 spreekt voor zich. Plaatje 5. De uitvinder roept, Wauw! wat een start! Wat een kracht. Jammer dat ik vergeten was de garage deur te openen! Plaatje 6. Ah jongeman, was u het die aanbelde? Ik deed net de deur open. Francinou antwoordt dat hij voor de sollicitatie komt. Plaatje 7. De uitvinder springt enthousiast uit zijn auto; Je bevalt mij, slimme knul. Je bent aangenomen! Ik? Ah, bedankt mijnheer Pasbeau. Laatste plaatje; De uitvinder zegt: Kijk dit is mijn werkplaats, om te beginnen moet het een beetje opgeruimd worden. Dan kunnen we ons daarna op mijn uitvindingen concentreren.

Oké, op naar de tentoonstelling in Parijs dus. Om al dat moois te bewonderen. Hij is er nog tot 4 maart. En denk nu niet; benjemal, helemaal naar Parijs. Geef jezelf een dag vrij! Pak de TGV. Je bent binnen 3 uur op Gare du Nord. Drink buiten het station even koffie of witte wijn. Schrik niet van een ontploffings-geluid zoals ik. Het is slechts een achtergelaten koffer die voor de zekerheid wordt opgeblazen. Pak na de koffie (of het pilsje voor de schrik) lekker de metro. Twee stopjes maar, en je wandelt rustig naar het Musee d'art et d'histoire du Judaisme. Laat de tassencontrole je welgevallen en ren nu niet gelijk naar de museumshop met de o zo mooie boeken, maar bekijk die tentoonstelling! Je hebt immers tijd zat. Je hebt daarna nog zeeën van tijd over om door Parijs te kuieren. Koop macarons voor je vriendin of een stripboek voor je vriend. En dan op je gemak raast de TGV je weer naar huis. Moe maar voldaan kom je thuis. Bladerend in de catalogus van de tentoonstelling. Had je daarvoor nu helemaal naar Parijs gemoeten? Ja!





2 opmerkingen:

  1. Mooi verhaal, Alex, om echt van te genieten. Ga zo door.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dankewel voor het compliment. !
    Ja, ik merk dat deze aflevering in de smaak viel. Alex

    BeantwoordenVerwijderen