zondag 13 november 2016

Handletteren


Na de inkleurboeken voor volwassenen die overal in boek en tijdschrifthandel lagen opgestapeld verschijnen nu plots boeken met de titel; Handletteren kan iedereen! Nietwaar! Vioolspelen kan niet iedereen, Frans spreken kan ook niet iedereen. Handletteren dus ook niet .Het is net als een taal, een taalgevoel, en als je een tijdje niet oefent verdwijnen de finesses. Op school kreeg ik complimenten over mijn handschrift. Dat kwam omdat ik niet in schoolschrift schreef maar alles in stripletters. Werkstukken van medeleerlingen leken in geheimschrift geschreven, bij mij was het zo helder en leesbaar als een stripballon. Toen ik naar de Reproductie Teken Opleiding ging werd ik zelfs officieel geschoold in het lettertekenen.
Op school in het pre digitale tijdperk.Allemaal een tekenhaak voor de rechte lijnen.
Overbewust als altijd kijk ik in de camera (rechts)


De leraar was mijnheer Blokland, nu een gedistingeerd letterprofessor, toen niet bepaald de doorsnee leraar met Frankenstein schoenen.  Ik was echter veel te lui een ECHT font te ontwerpen. Ondanks het feit dat mijnheer Blokland mijn uit een boek overgetrokken alfabet tot een volwaardig eigen font omtoverde, had ik niet de puf om het verder uit te bouwen.Wat een werk!, ben je klaar met alle 26 letters, kun je de boel nog eens cursief en vet gaan doen. En dan heb ik het nog niet gehad over de punten, de komma's, vraagtekens en uitroeptekens!!!

Op school leerde ik voor het eerst dat er deadlines bestonden. 
Terwijl een klasgenoot zelfs de tijd nam uit een steen een alfabet te hakken ging ik liever tijdens de les stripjes tekenen. Ik zette een hele productielijn op met mijn klasgenoten. Ik kreeg ook zelfs al betaalde opdrachten. Na school bleek dat leven van strips niet zo eenvoudig was. Ik moest dus een echte baan zoeken. En wat leek me nu leuker dan werken bij de studio die de hele Donald Duck volletterde? Die studio heette Richards Studio. En men had een vacature...
Lettering uit Richard's studio in een Broer Konijn van Dick Matena
Vol zelfvertrouwen letterde ik een sollicitatiebrief. Ik werd terstond uitgenodigd. Het was op een regenachtige dinsdagmiddag dat ik in een tram door Amsterdam reed richting het bedrijf dat half Nederland voorzag van letters. Vol goede moed ging ik het gesprek in. Helaas zag ik er in die tijd uit als een bleke snotdruppel. (zie foto boven)  Bovendien zei ik allemaal rare dingen tijdens het gesprek zoals het antwoord op de vraag; wat zijn uw salariseisen mijnheer van Koten? Weet ik veel? Het minimum jeugdloon? Ik heb het echt gezegd! Zo geef je jezelf niet bepaald waarde. Het mag geen verrassing heten dat ik werd afgewezen.

Een cartoon van mijn hand uit begin jaren 90 met daarin 2 technieken die bij mij in onbruik zijn geraakt door die vermaledijde en te handige computer. Het "kleuren" met gewassen inkt en…handlettering.
Toch is deze afwijzing een fijne herinnering. Hoe was mijn strip-carrière immers verlopen als ik in vaste dienst van 9 tot 5 was gaan handletteren. Nu ging ik op jacht naar stripteken en cartoonwerk en ik leerde mezelf met het omsteekpennetje echt heel netjes letteren. Dat had ik daar namelijk afgekeken, hoe dat ging met zo'n omsteekpennetje. Je kon een mooi dun en dik verschil maken. Daarvoor deed ik alles met een stiftje. Ik ging zelfs mijn cartoons met zo'n pennetje inkten. Zag mijn inktlijn er ook direct sierlijker uit. Nou ja, sierlijker. In elk geval met dun-dik verschil in de lijn.
Nog meer oud werk, zo oud dat bedragen nog in guldens zijn, grijswaarden met snijrasters en letters met de hand.
Langzaam maar zeker kreeg ik steeds meer strip en cartoon opdrachten. En sommige opdrachtgevers wilde zelfs ook alleen letters van mij. Totdat de computer zijn intrede deed en iedereen over ging op de standaard letters uit de computer. En zelfs ik stopte met het handletteren. Het was immers een tijdrovende bezigheid. En echt snel was ik niet bepaald.  Maar het is jammer. Want nu ben ik die vaardigheid kwijt.

Frits Jonker lettert ALLES! Zelfs kattebelletjes!
Mijn strip Nick Name heb ik dan ook niet zelf geletterd. Te lang niet gedaan. Ik heb het dus  aan DE specialist van Nederland gevraagd die nog lettert; Frits Jonker. Een kleurrijke snaak die 1001 en een dingen doet (ook een hele leuke blog schrijft). Met zijn ontwerp voor de kop van Nick Name was ik erg blij. Ik hou erg van koppen boven de strip. Vandaar dat ik als enige in de StripGlossy een kop boven de strip heb.  Met mooie letters dus!
Bedankt Frits!



donderdag 20 oktober 2016

Nick en ik.

In 2004 stapte stripheld Nick Name mijn leven binnen.

Ik maakte onlangs mijn debuut. Onlangs? Maar volgens de belastingdienst maakt u al 30 jaar strips mijnheer van Koten! Ja dat klopt. En je schrijft toch scenario's voor Eppo, alweer meer dan 100 gags, en dat leuke stripje over die jongen met zijn kat in een Belgisch blad? En die Pinguïn-strip ook al meer dan honderd afleveringen? En die niet bijgehouden website vol oud werk? Ja dat klopt. Maar toch voelt het verschijnen van mijn strip Nick Name in StripGlossy 2 als een debuut.

Het vak van stripmaker heb ik me langzaam maar gestaag eigen gemaakt door het maken van allerlei strips die overal gepubliceerd werden behalve in de stripwereld zelf. Dat is leuk om de huur van te betalen, maar grapjes tekenen in bedrijfsbladen en plaatselijke sufferdjes geeft toch een ander gevoel dan een strip publiceren in een luxe striptijdschrift, zelf al betalen de sufferdjes het drievoudige. Ik sta nu op het striptoneel met een goed stuk i.p.v. een reclamespot voor een neusspray op een tochtige straathoek.
Reklame tekening voor neusspray en pilletjes tegen allergie.
Dit oude stripje uit 2006  voor een personeelsblad voor de ambtenaren van de provincie Noord Holland blijkt toch nog behoorlijk actueel

Jarenlang strips en cartoons in opdracht verzinnen traint je als schrijver. Via de achterdeur van stripblad Eppo ben ik als scenarist van de strip Eppo de stripwereld ingekropen. Een droom kwam uit (vanaf mijn 12de was het levensdoel; in de Eppo staan)  Nu kom ik via de voordeur binnen als tekenaar bij de StripGlossy. Volgens mij droom ik weer!

Nick Name bedacht ik al in 2004  als hoofdpersoon in strip voor een nieuwjaarskaart. In deze vroege variant heeft Nick nog blond haar en de toon is veel humoristischer.
Zelf speel ik ook nog een rol, de strip speelde nog in de tegenwoordige tijd af, en niet in 1948 zoals nu.  Een passage in dit stripje gaat over internet daten. Het gebruik van een nick-name was gewenst op de dating-site. Dat is hoe ik op de naam kwam voor de detective. Het leuke is dat deze strip onder ogen kwam bij Thé Tjong Khing, een tekenaar die ik zeer bewonder. Een plaatje viel hem op, daar waar Nick over straat wandelt. Ik had op dit plaatje gezweet. Ik kreeg het maar niet voor elkaar het loopje van de held zo te tekenen als ik in mijn hoofd had, het was voor mij een mislukt loopje. Maar dat loopje was in de ogen van Khing juist oké.  "Het leek wel of hij dansend over straat gaat! net als Fred Astaire" schreef hij. Ik ging dansen door zijn compliment.
Het bewuste loopje...

Ik kreeg de smaak te pakken en Nick Name kwam zo nu en dan in korte stripjes voor, maar nooit in een lang verhaal. Door allerlei mislukte dates werd ik zeer creatief en bedacht een Graphic Novel van 80 pagina's. Ik las het laatst nog na, en het was niet bepaald een luchtig verhaal. Ik mixte thema's als shell shock met een  miskraam.  Geen wonder dat ik het nooit afgetekend heb. Nee, een 10 pagina verhaal van een iets lichtere toon was een beter idee.

Khing vroeg vaak hoe het stond met mijn stripdetective, de jaren schoten voorbij.

Nu 12 jaar later  hebben we ondertussen een hechte band . En ik heb zowaar eindelijk een strip van mijn geliefde stripheld afgerond. Het 10 pagina verhaal in de Glossy wordt  ook nog eens ingeleid met een uitgebreid dubbel interview tussen Khing en mij.  Een mooier debuut valt niet te wensen!

Het leukste moment van het interview gevangen door fotograaf en vormgever Peter Beemsterboer;Khing en ik scheuren een zogenaamd pagina van Nick Name in twee. Je moet jezelf ook niet te serieus nemen!



Van scenario-schets  naar eindresultaat in kleur
Hieronder enkele stappen uit het productieproces.



De eerste (aan)tekeningen voor het verhaal, de tekst is nog lang niet definitief, soms zijn het aanduidingen. Teveel nadenken boven het witte vel over de juiste zin stokt de stroom van het creatieve proces.  Tekening en tekst komen vrijwel gelijk.

De tekening in inkt, bijna klaar. Ik tekende de strip per halve pagina staand. Aan het eind telkens een klein vraagteken of spanningsmoment.  Zo werd de strip Kuifje vroeger ook gemaakt, het is voor mij DE manier van stripmaken.
Het eindresultaat, de eerste halve pagina in kleur zoals in StripGlossy#2 gepubliceerd.

Zoek de verschillen. 
Onderstaand plaatje vond ik bij nader inzien niet goed genoeg. Het was te rustig in de stad. 
Ik haalde het decor iets naar voren en voegde lichtreclames toe. Verder tekende ik 2 extra voorbijgangers. Ook besloot ik de computerletters te vervangen door met de hand geletterde tekst.

Ook de inkleuring was nog lang niet definitief. Buiten de veranderde kleuren (zie o.a. de pizzeria) bewerkte ik de kleur met een raster en een oud papier effect. Ook is er schaduw toegevoegd. Het complete verhaal speelt in de avond en nacht af. De donkere toon is dus een bewuste keuze.


maandag 14 maart 2016

De striptekenaar, wie is dat?


Striptekenaar is een tot de verbeelding sprekend beroep. Dat was het althans voor mij als kind. Voor andere jongetjes was dat waarschijnlijk brandweerman, autocoureur of astronaut. Dat komt natuurlijk door strips die ik las en de beeldvorming

Foto's van striptekenaars tonen lachende mannen die achter de tekentafel zitten te toveren. Toveren op papier. Op de ene foto kijkt hij vanachter zijn tekentafel met zijn magische potlood in de hand. Op de ander poseert hij samen met zijn getekende creatie. Soms kruipt het poppetje van het papier of vloeit het uit zijn inkt pen alsof deze echt leeft. Wauw! Dat wil ik ook kunnen, dat getover.

Je gaat aan de slag en het lukt aardig, het voelt goed. Het enthousiasme en zelfoverschattingvan de jeugd.Op school in de klas heb je al snel een groepje bewonderaars achter je staan als je zit te krassen.  Bij het ouder worden merk je dat het  toch veel zweet kost dan je dacht en dat het toveren soms zelfs ronduit frustrerend kan zijn. Maar als het lukt, is dat fijn. Dat  gevoel helpt je door de moeilijke tijden als het even wat stroever gaat.


Op feestjes en in het café merk ik ook vaak dat mijn beroep ook een goede indruk maakt op anderen. Leve de beeldvorming! Meisjes rennen bij de brandweerman weg en komen bij jou staan. De tekenaar van Suske en Wiske woont in een villa, jij ook?!  Ook fijn dat er films en tv-series zijn gemaakt met striptekenaars in de hoofdrol. In een aflevering van de Engelse jaren 60-tv-serie The Avengers met John Steed en Emma Peel bijvoorbeeld, wordt een striptekenaar opgevoerd die in een studio werkt waar zes vrouwen op een podium voor hem poseren. Het geeft maar eens aan hoe ‘zwaar' het werk is.

Ook Mr Steed en Emma Peel lezen strips
In de Amerikaanse film “How to murder your wife” speelt Jack Lemmon een striptekenaar, een verstokte vrijgezel die een luxe leven leidt en zelfs een  butler heeft. Een butler! Niet allen striphelden hebben dus een butler. Enfin. De schrik is groot als de verstokte vrijgezel na een avondje flink doorzakken wakker wordt naast zijn nieuwbakken echtgenote. Hoe kom je daar nu vanaf ? Hoe vermoord je je vrouw?

  
Striptekenaars blijken dus ook nog eens ladykillers te zijn. En niet zomaar wat lady's. Niemand minder dan Romy Schneider ( ja, die van Sissi! ) werd verliefd op een striptekenaar. Echt waar! In de Franse film “César et Rosalie” is de knappe striptekenaar David haar oude vlam, een hunk die met zijn collega's een studio deelt. In hun strakke jaren zeventig broeken staan ze wild op grote vellen papier stripfiguren te ontwerpen. 
Hard zijn ze aan het werk, de sexy striptekenaar en zijn maten.

De baard krijgt genadeloze kritiek van zijn collega tekenaar.
...en toen kwam Romy Schneider binnenlopen ...

Mensen met een ander beroep zijn natuurlijk jaloers. Zo ook in de film. Het huidige liefje van Rosalie, César, een schroothandelaar nota-bene, heeft het niet zo op met het geflirt van de oude vlam. Hij komt later in de film de tekenstudio aan diggelen slaan. De schroothandelaar is een glansrol van Yves Montand. Ja, denk je dan, ik wou dat ik striptekenaar was. Dan wordt Romy Schneider verliefd op mij en komt Yves Montand het interieur van mijn tekenstudio aan diggelen slaan. Wie wil dat nou niet? Yves Montand mag immers een potje bij mij breken.


Haaks daarop staat het beeld van de striptekenaar dat geschetst wordt in de eveneens Franse film l’Année Prochaine... Si Tout va bien (volgend jaar… als alles goed gaat). De striptekenaar in dit verhaal is ook een knappe fransman maar tevens een brok chagrijn en hypochonder bovendien. Een stuk realistischer dus. Het toveren op papier gaat hem ook wat minder makkelijk af. Maar hij mag niet klagen. Hij woont in Parijs en Isabelle Adjani is verliefd op deze tekenaar. Ze wil zelfs een kind van hem. De man schrikt zich rot. Hij vindt dat hij de verantwoordelijkheid niet aan kan.
 
Terwijl de tekenaar zijn deadline probeert te halen doet zijn vrouw de financiën. 
Zijn albums verkopen slecht en hij zit in een creatieve impasse. Bovendien is zijn vinger ook nog eens gebroken, wat het tekenen niet makkelijker maakt. Volgend jaar als mijn nieuwe boek uit is dan gaat het vast beter liefje! Typisch geklets van een tekenaar. Het wordt een roerig jaar. Ze raakt zwanger. Van wie is eerst nog even onduidelijk. Het huwelijk loopt nog bijna op de klippen eer het begonnen is. Gelukkig krijgt het verhaal een happy end. Het kindje wordt geboren en ook het stripalbum is af en verkoopt als een tierelier. Met zijn drietjes fietsen de succesvolle striptekenaar, zijn knappe vrouw en het lieve kindje getekend als stripfiguren van de aftiteling.


Dus striptekenaars zijn geweldig succesvolle mensen, ze kunnen toveren en zijn gelukkig in de liefde?  Maar dan heb je  "El Gran Vázquez" nog niet gezien!

Deze film gaat over Manuel Vázquez een striptekenaar die echt bestaan heeft, of moet ik schrijven geleefd, want geleefd, dat heeft ie. Deze film geeft weer een heel ander beeld van de striptekenaar. Vázquez tovert ook nog op een heel andere manier. Deze tekenaar is een gladde ritselaar. De film opent met een scene waar een stel deurwaarders voor de deur van de tekenaar wachten. Een nette kerel komt aanlopen, de kijker weet al dat het Vázquez zelf is, hij doet zich handig voor als collega-deurwaarder. Hij krijgt het zelfs voor elkaar dat ze het wachten opgeven en hem op een biertje trakteren. En zo gaat het de hele film door. Bij de kleermaker ritselt hij een maatpak, betalen komt later wel. Een auto en het interieur van een huis, alles op afbetaling. En even zo makkelijk versiert hij een leuke vrouw, al blijkt later in de film dat ie al getrouwd was! kortom, het is een boefje.

De tekenaar krijgt er van langs van de studiochef.

De film laat ook een ander soort tekenaars zien; studiotekenaars, zij zijn, in dit geval,  de ambtenaren onder de striptekenaars. Hier zijn het de slaafse werknemers van Uitgeverij Bruguera, de grootste uitgever van Spanje in die tijd, de jaren zestig. Ze gaan gebukt onder het regiem van de studiochef. Uitgekafferd worden ze als ze een potloodje te vroeg weggooien. Rechten op hun personages liggen bij de uitgever, niet bij de zwaar onderbetaalde tekenaars. In een van die tekenaars herkent men de bekende Spaanse stripmaker Ibáñez, de tekenaar van  Mortadelo y Filemó , in Nederland bekend als Paling en Ko. Ibanez tekende ook de 13, Rue del Percebe,  Dolgedraaid heet het in Nederland. Een strip over allerlei bewoners van een pand in Barcelona. De wanbetaler, die op de bovenste etage woont is geïnspireerd  op Vazquez.


Ook in El gran Vasquez komen de stripfiguren  van de tekenaar tot leven.

Tja, wie echt een goed beeld wil krijgen van een striptekenaar kan misschien beter een goede documentaire bekijken dan een speelfilm, zoals bijvoorbeeld die over Charles Schulz, de tekenaar van Peanuts.  Of anders een mooie bio lezen. Of toch niet? De films die ik hier aanhaal zijn stuk voor stuk hele leuke films die ik kan aanbevelen. Of je nu een documentaire kijkt of een speelfilm over een striptekenaar, een ding komt altijd duidelijk naar voren. Tekenaars zijn het gelukkigst als ze gewoon lekker aan het tekenen zijn, als het kind dat men ooit was, die lekker zat te krabbelen.



(dit is een uitgebreide en herwerkte versie van het artikel Wordt Striptekenaar!,gepubliceerd in Stripkrant nr2)