dinsdag 6 oktober 2015

Inkleuren (in kleuren)


Inkleuren is populair tegenwoordig. De kleurboeken voor volwassenen vliegen je om de oren. En nu is er zelfs een kleurglossy! Kleuren is een ontspannen bezigheid. Dat klopt. 

Dat ik naast het tekenen van strips ook mijn brood verdien als stripschrijver is ondertussen wel bekend. Maar dat ik ook inkleur voor anderen dat weten slechts mijn kat en vriendin, en zeg maar drie andere beestjes. Het is wel fijn, dat inkleuren van andermans werk. 

Tijdens het kleuren van je eigen werk zie je nog eens alle fouten die je gemaakt hebt en details die vergeten zijn. Een tekening is nooit klaar.  Een tekening van een ander is al klaar, en al zie je de fouten, ik hoef ze niet te verbeteren. Kortom , het is ontspannen werk. Ook nog eens dankbaar werk, want de tekening wordt onder je eigen ogen steeds mooier en mijn opdrachtgevers zijn zonder uitzondering blij met mij.

Een strip inkleuren kan op zeer verschillende manieren. Hier twee uiteenlopende voorbeelden van een inkleuropdracht.  

Een paar jaar heb ik de strip Robin en Julie voor Margreet de Heer ingekleurd. Margreet hanteert een open stijl zonder zwart. Je kunt dus als inkleurder flink je gang gaan. En dat deed ik ook. Ik deed alles wat door de inkleurpolitie verboden werd. Verlooptjes, ingeplakte patronen, kleurvormvlakken. De strips waren bedoeld om het Frans te leren. Dus zelfs de Franse teksten kleurde ik in. Dat maakte het duidelijk.




Van geheel andere orde was het inkleuren van de oude voetbalkraker Kick Wilstra. Deze oubollige strip moest geheel in jaren 50 tinten gekleurd worden. Verloopjes waren uit den boze. Toen ik het verzoek kreeg dacht ik; een voetbalstrip, dat is makkelijk inkleuren. Veel gras, wat shirtjes, een bal en klaar is kees. Uiteraard viel dat tegen. Het was opletten geblazen met bijvoorbeeld die voetbalshirtjes. Wie hoorde bij wie op dat veld? Soms kleurde ik een verdediger als een aanvaller die buitspel stond. Ik gooide de hele wedstrijd door de war.  Ik kon ook niet zomaar alle kleuren gebruiken. Geen club in de homofobe voetbalwereld speelt in het roze, en al helemaal niet in de jaren 50. Soms waren de personages bijna karikaturaal getekend, maar ik kon ook merken dat Henk Sprenger voor spelmomenten gedetailleerd sportfoto's overtrok.  Die tekeningen waren super gedetailleerd. Ik had wat boekjes in huis, zelfs een door Henk gesigneerd exemplaar, maar nooit gelezen. Ik was immers fan van de Wondersloffen van Sjakie zoals trouwe lezers van mijn blog weten.

Bij beide opdrachten werd netjes vermeld dat ik de inkleurder was. De strips van Kick werden in Voetbal international voorgepubliceerd. Dit leidde tot de nodige aandacht voor de heruitgave. Zelfs op tv werden de door mij ingekleurde strips vertoond. Dat was even schrikken.



In het groot op het scherm voor miljoenen kijkers zag ik dat ik her en der een graspol vergeten was in te kleuren. Maar een kniesoor die daar op lette. Men was zelfs erg tevreden.  Men was blijkbaar zelfs zo tevreden dat ik bijna een vermelding kreeg op de cover. Dat was toch echt te gortig. Waardering is goed, maar het moet wel binnen de perken blijven. Een pluim niet voor mij maar voor de uitgever en vormgever die deze uitgave zeer goed verzorgt hebben. Er is ook nog een tentoonstelling aan Kick gewijd in het stripmuseum in Groningen. Gaat dat zien!